Cuba Dagboek

VRIJDAG 10 FEBRUARI

In alle vroegte stond ik vanochtend met vele andere toeristen voor het kantoor van Cubatur. Ik had me opgegeven voor de beklimming van de El Yunque, een 575 meter hoge berg die zo vierkant is dat-ie ook wel de Cubaanse Tafelberg wordt genoemd. Net toen we met een groep van zo’n twaalf personen in een houten kar stapten, trok het grijze wolkendek zich samen en begon het te gieten. Regen, uitgerekend op de dag dat ik de hele dag het tropische regenwoud in trek! Na een hobbelig ritje kwamen we dieper aan in de jungle onderaan de Tafelberg. Al vrij snel moesten we een behoorlijk brede rivier oversteken. Schoenen uit en zwembroek aan en mijn dagrugzakje boven m’n hoofd houden. Tot onze middel waadden we door de rivier waarbij we de sterke stroming en gladde keien moesten trotseren. Daarna begon het lange slingerende en glibberige pad naar de top van de El Yunque. Onderweg passeerden we talloze fruitbomen en cacaoplantages. Eindelijk weet ik – een van de grootste chocoladejunks van Nederland – hoe de cacaovrucht eruitziet! Ze zijn er in de kleuren groen, geel en rood, en voor de smaak maakt dat geen reet uit, heb ik geleerd. Het vruchtvlees, de cacao zelf, is trouwens wit. Pas na rijping en fermentatie wordt het bruin. Toch leerzaam, al die weetjes over mijn favoriete voedsel dat hier helaas nergens is te krijgen. Na dit nuttige intermezzo werd het pad nog glibberiger, smaller en steiler. Ik gleed regelmatig weg in de oranje modder en ik was niet de enige. De meesten in de groep hadden moeite met het klauter- en glijwerk. Er zaten ook een paar oudjes in de groep, vijftig plus, dus al snel ontstonden er twee snelheden in de groep. Ik zat in de “snelle” groep en regelmatig moesten we wachten op de oudjes in de “langzame” groep. De twee uur geplande klim duurde door de modder en de senioren vier uur, maar het uitzicht van bovenaf de Tafelberg was adembenemend. In de verte lag Baracoa, ingeklemd tussen twee baaien, en daarachter de donkerblauwe Atlantische Oceaan. Bij mooi weer hadden we zelfs de Bahama’s kunnen zien, zei gids Ruben. Op de top stond ook een standbeeld van Maceo, een van de Cubaanse strijders voor de onafhankelijkheid. Was hij als eerste op de top? Nee, was het antwoord van Ruben. De afdaling, toen het weer begon te regenen, was nog moeizamer. Net als ieder ander had ook ik een stok nodig om te voorkomen dat je onderuit zou glijden. Door het regenwoud hoorden we regelmatig het bulderend gelach van een vriendelijke Engelsman als er weer iemand onderuitging. Ik wist me met veel pijn en moeite staande te houden, maar mijn schoenen en benen zaten wel helemaal onder de modder. Groot was de opluchting dan ook toen we aan het einde van de afdaling naar een natuurlijk zwembad onderaan een waterval werden geleid. Turqoise blauw water en super schoon, ideaal om de modder van je af te spoelen. De kletterende waterval was ideaal voor een natuurlijke lichaamsmassage. Voor even maakten de regen en de zware tocht me niet zoveel meer uit.

> Lees verder naar zaterdag 11 februari

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam