Cuba Dagboek

ZATERDAG 28 JANUARI

Na een copieus ontbijt – burp, ik voelde mijn buik dikker worden – wilde ik naar het strand fietsen. Norlis had de fiets van een buurman voor me geregeld, maar die was veel en veel te klein voor mijn Hollandse benen (die zoals bekend wat langer zijn dan de gemiddelde wereldbenen). Bij het enige fietsverhuurbedrijf in Trinidad waren alle fietsen kapot, maar een señorita nam me mee naar een bouwvallige schuur waar nog wat fietsen stonden. Eerst mocht ik een fiets huren voor 3 peso’s en toen opeens niet meer. De dubieuze beheerder gaf me een andere, modernere fiets waarvoor ik 5 peso’s moest neerleggen en als de politie mij aanhield, moest ik zeggen dat ik de fiets uit Holland had meegenomen. Een ongeloofwaardig verhaal en ik had er geen zin in dat iemand mij voor een prijsverhoging gaat vertellen dat ik moet liegen. Af en toe wil ik best liegen, maar niet als iemand mij dat opdraagt en zeker niet tegen betaling c.q. afzetting. Wanneer ik lieg, bepaal ik dat zelf! (Dit hele verhaal is overigens niet gelogen.) Met m’n korte broek en wandelschoenen aan toog ik naar de top van de dichtsbijzijnde heuvel naast Trinidad, een wandeling van drie kwartier. De zon scheen hevig, maar dat deerde me niet. Het eerste stuk door bewoond gebied moest ik nog Cubanen van me af slaan die me casa’s, eten, etc. wilden aansmeren, maar toen het pad wat steiler werd had ik er geen last meer van. Naarmate ik hoger kwam, werd het uitzicht over Trinidad en de Caraïbische Zee steeds mooier. Vlak voordat ik bij de top was, kwam er een politieman uit de bosjes (of iemand van de Cubaanse geheime dienst?) die me sommeerde terug te gaan. Als ik het goed had verstaan, sprak hij me gelukkig wel aan met ‘amigo’ en niet met ‘bandito’. Ongeschonden kwam ik terug in Trinidad, waar ik me steeds meer begon te ergeren aan de jiñeteros die me lastigvielen. En het is zo’n mooie rustieke plaats! Ik ontvluchtte ze door een bezoek aan het Museum van de Revolutie. Mijn voornemen is in elke stad dit museum te bezoeken, want volgens mijn reisgids heeft elke stad er wel een. Uiteraard begon het museum weer met een exposé over hoe de Amerikaanse imperialisten de arme Cubaanse bevolking hebben uitgebuit. Vervolgens kwam de redding door Fidel, Ché en hun kornuiten en bevrijdden zij het volk van het juk van de Amerikaanse imperialisten. Toen werd alles beter en kregen die hongerige Cubanen eindelijk te eten, aldus het museum. Ik zag vooral veel foto’s van de helden uit Trinidad die meevochten met de guerillastrijd. Bij elke foto lagen in een vitrine ook attributen, zoals het geweer, het petje of de legergroene hangmat van de betreffende vrijheidsstrijder. Na het toch wel vermakelijke bijspijkeren van mijn kennis en de eveneens zo vermakelijke siësta, ging ik weer even langs sr. Javier. Gisteren vroeg hij me een glas rum te komen drinken en kennis te maken met drie Australische vrouwen die vandaag zouden arriveren en liefst 45 dagen (!) zouden blijven. Hij speelde poker met z’n vrienden, de rum bleef in de kast en de Australiërs bleven op hun kamer, dus ik ging snel weer naar mijn eigen casa. Tijdens het verorberen van de voortreffelijke garnalen vertelde Norlis (nu 37) dat hij al op 18-jarige leeftijd trouwde met zijn vrouw, die toen slechts 14 jaar was! Alles draait ook om seks, vertelde hij me. Zijn 11-jarige zoon had afgelopen week voor het eerst geneukt met een meisje uit dezelfde straat. Het heeft toch iets met de slechte economische omstandigheden te maken, gaf hij toe. Bij gebrek aan mogelijkheden zoeken veel Cubanen hun toevlucht tot seks, rum, muziek of salsa. Zelf zou hij niets liever willen dan een keer Europa bezoeken, maar hij weet dat dat onmogelijk is zolang Castro nog leeft. Het grootste deel van zijn familie is jaren geleden naar de VS gevlucht en woont nu in Virginia. Merkwaardig genoeg kunnen zij af en toe wel naar Cuba reizen, wat de rijkdom van Norlis verklaart. Het verbaasde me dat hij zo openhartig over zijn wens van een vrij Cuba praatte. Hij moet oppassen, zei hij, want de geheime dienst waart overal rond. Zelfs zijn buurman is een agent van de geheime dienst, vertelde hij me buiten op het balkon achter zijn huis…. (maar misschien verstaat die buurman geen Engels).

> Lees verder naar zondag 29 januari

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam