Cuba Dagboek

DINSDAG 31 JANUARI

Mijn Spaanse woordenschat gaat er elke dag op vooruit. Bij de Cubaanse familie en hun uitsluitend Spaans sprekende papegaai lukte het me zowaar een ontbijt te bestellen, samen te stellen en te krijgen. Behalve het echtpaar zie ik vele andere mensen in het prachtig ingerichte koloniale huis lopen en ik heb maar drie slaapkamers geteld. Een voor mij, een voor het echtpaar en die derde voor alle anderen? Misschien zijn het wel vrienden die over de vloer komen en zich gedragen alsof het hun huis is. Santa Clara is een voor Cubaanse begrippen moderne stad, als je die paardenkoetsen tenminste even weg denkt. Rechte en schone straten zonder al te veel gaten, banken met geldautomaten, warempel een paar warenhuizen en goed geklede mensen. Weinig toeristen ook, behalve die busladingen uit het verschrikkelijke Varadero die hier voor een uurtje worden gedropt. Via die rechte straten en de paardentaxi’s ontwijkend, liep ik naar het Plaza de la Revolución. Hier geen museum, maar een heel groot plein dat volledig aan de revolutie is gewijd. Dat is niet voor niets, want midden op het plein bevindt zich het mausoleum van Che Guevara. Daarbovenop een gigantisch beeld van de commandante waarbij vergeleken een willekeurig Lenin-beeld uit het Sovjet-tijdperk niks is. Ze hebben het kunstje duidelijk afgekeken van de vroegere grote broer, zoveel weet ik wel. Helaas was het mausoleum gesloten ‘voor renovatie’. Het bijbehorende museum was wel open en ik mocht er in na het verplicht noemen van mijn nationaliteit. Een aardig museum en ik begin het hele levensverhaal van Che langzaamaan steeds intrigerender te vinden. Van rijkeluiszoontje in Argentinië tot arts tot guerillastrijder in Cuba tot nog wat vage avonturen in Afrika en Bolivia. In dat laatste land werd hij door twee CIA-agenten vermoord, waarna zijn lichaam naar Santa Clara werd gebracht. Vandaar dat massieve eerbetoon aan deze held in deze stad. In het museum zijn foto’s van hem te bewonderen en zijn hangmat, zijn geweren, zijn petje, zijn schaakspel, zijn transisterradio, zijn schrijfsetje, zijn doktersjas, etc. etc. Ik was al met al ruim een uur kwijt in het gebouw, meer dan ik tot nu toe in enig ander museum van de revolutie heb doorgebracht. Ik denk dat de verering van Che nog wel effe doorgaat, in tegenstelling tot die van zijn nog levende metgezel. Het valt me op dat de Cubanen een beetje gelaten zijn en de minuten aftellen totdat Fidel de pijp uitgaat. Ze denken, of hopen, dat dat ieder moment kan gebeuren. Maar Castro heeft met zijn systeem ook goede dingen bewerkstelligd, zoals het verdwijnen van de rassenscheiding tussen de nazaten van de ‘witte’ Spaanse kolonisten en de nazaten van de zwarte slaven uit Afrika. Ik had het er vanmiddag op het terras over met een Duitse Turk, die tot mijn ergernis weer een hallelujah-verhaal afstak over de coffeeshops in Amsterdam. Het was verder een sympathieke kerel, maar ik word er wel moe van dat altijd en overal iedereen meteen over de coffeeshops begint….

> Lees verder naar woensdag 1 februari

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam