Ghana Reis Dagboek

ZONDAG 14 NOVEMBER

Na een dag verliet ik Fort of Good Hope (hoe hebben de Hollandse slavendrijvers ooit zo’n naam kunnen verzinnen?) alweer. Ik had graag langer willen blijven, maar ik was gewaarschuwd. De hoteleigenaar – of forteigenaar – vertelde me dat moslims vanavond in het fort een feestje bouwen om het einde te vieren van de ramadan. Zij zingen en maken muziek tot op zijn vroegst 5 uur in de ochtend, dus dat betekent geen nachtrust. Maar volgens mij vroeg hij me beleefd om weg te gaan, omdat ze bij deze festiviteiten nou eenmaal geen blanke pottenkijker kunnen gebruiken. Dus pakte ik wederom m’n biezen en liep door het vieze, modderige en armoedige dorp, zoekende naar een trotro. Andermaal riepen de kinderen – en een paar volwassenen – “hello” naar me. In het begin was ik nog wel bereid te antwoorden, maar als je op een gegeven moment loopt te zweten en te hijgen met je rugzak op in de brandende zon en je kunt de weg niet vinden, dan heb je geen zin meer om te reageren. Mensen reageren hier en op veel andere plaatsen in Ghana nog steeds alsof het de eerste keer is dat ze een blanke zien. Je bent letterlijk een bezienswaardigheid (ik zou er geld voor moeten vragen). Ze gapen je aan, roepen je na, lopen met je mee en raken je aan, onderwijl ombruni tegen je zeggend. Na drie weken Ghana heb ik er steeds meer moeite mee als een buitenaards wezen beschouwd te worden, zeker als je beseft dat ze dit bij elke blanke doen. En blanken passeren toch wel met enige regelmaat hun gezichtsveld, neem ik aan. Als ik nou de eerste ‘white man’ ben die ze zien, a la, dan begrijp ik het wel als je zo reageert. Gelukkig zijn er ook aardige Ghanezen die me de weg wezen naar het trotro-station. Ik stapte in een gele aftandse minibus die al na een paar kilometer begon te haperen en stopte met rijden. Pech, het achtervolgt me! Na wat gesleutel aan de motor en applaus van de inzittenden, kon het brik weer verder. Ik zat direct achter de chauffeur, waardoor ik niet alleen bovengemiddeld veel beenruimte had, maar ook de stinkende dieseldampen van de motor kon inademen. Het ding heeft duidelijk een onderhoudsbeurt nodig! Terwijl ik naar de weg staarde, verbaasde me het opnieuw hoeveel auto’s met een NL-sticker rondrijden. Waarschijnlijk zijn het afgedankte tweedehandsjes, maar ze zouden ook gestolen kunnen zijn. Via mijn werk weet ik dat er bendes autodieven actief zijn die auto’s in Nederland en andere Europese landen stelen en ze massaal verschepen naar West-Afrika. Maar laat ik optimistisch zijn en in de meeste gevallen van het eerste uitgaan. Rond het middaguur was ik terug in Accra, en ik had geen zin er weer op uit te trekken deze laatste dagen. Ik had zin in wat comfort en wilde mijn broek wassen, die stinkt naar pis, kots, ongewassen Ghanezen en rotte papaya’s. Ik belde een paar hotels in de hogere prijsklasse, maar allemaal zaten ze vol! Op goed geluk nam ik een taxi naar het New Coco Beach Hotel, die na een paar keer proberen de telefoon niet opnamen. Toen ik daar aankwam, kon ik het al raden: vol! Hoe kan het dat plotseling alles vol is? Ik wist wat medelijden op te wekken bij het meisje bij de receptie, die na een uur wachten toch nog een kamer wist te regelen. Er was alleen geen televisie, of dat een probleem was. Natuurlijk niet! Ik kreeg de kamer daarom voor de helft van de prijs. Ik kwam er toen ook achter waarom ik overal ‘vol’ te horen kreeg. Vanwege plotseling oplaaiende gevechten in buurland Ivoorkust zijn veel blanken (tijdelijk) naar Ghana gevlucht. Ook in het Coco Beach Hotel is een grote delegatie blanke Ivorianen neergestreken, die hun tijd nu vullen met luieren, hangen langs het zwembad en klagen over hoe moeilijk ze het nu hebben. Poor guys!

Lees verder naar maandag 15 november

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam