Genieten van God & Geld in Gent

Tentoonstelling Voor God & Geld in Gent
‘Rebus: de wereld voedt veel zotten’ (ca. 1530), van Jan Massys

Wie dacht dat de Gouden Eeuw de mooiste tijd was in de Nederlandse geschiedenis, moet snel eens een stedentrip maken naar Gent in België. Op de tentoonstelling ‘Voor God & Geld’ in het Caermersklooster in de oude binnenstad krijg je het ware verhaal te horen: dat we ‘onze’ Gouden Eeuw namelijk aan de Vlamingen te danken hebben.

Op de expositie leer je dat Vlaanderen al vijf gouden eeuwen beleefde toen Amsterdam nog niet meer voorstelde dan een armoedig vissersdorpje. Je hoort dat onze zuiderburen vijf eeuwen lang verantwoordelijk waren voor het belangrijkste economische machtscentrum op aarde, dat Vlaanderen zo’n 500 jaar lang het ‘Silicon Valley’ van de wereld was. Je ontdekt dat een Vlaming het Wilhelmus heeft geschreven, dat de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) Vlaamse wortels heeft en dat de beroemde Haarlemse schilder Frans Hals eigenlijk een Vlaming was.

Het eigenzinnige verhaal op de tentoonstelling in Gent is het geesteskind van de net zo eigenzinnige Vlaamse ondernemer en kunstverzamelaar Fernand Huts, een van de rijkste Vlamingen die een plek inneemt Gent tentoonstellingin de Belgische Quote-15 (als deze zou bestaan). Huts heeft zijn fortuin gemaakt in de katoen met zijn bedrijf Katoen Natie en spendeerde een deel daarvan aan kunst die de Vlaamse ondernemerszin weerspiegelt. Huts bouwde een indrukwekkende collectie op van onder meer schilderijen, sculpturen en textiel en bracht die onder in een stichting, The Phoebus Foundation.

Op de expositie ‘Voor God & Geld’ in Gent, die 17 juni 2016 is geopend, is voor het eerst een deel van zijn verzameling voor het publiek te zien, aangevuld met werken uit andere musea, archieven en collecties. In het Caermersklooster zie je schilderijen, beeldhouwwerken, manuscripten, gedrukte boeken, miniaturen, wandtapijten, scheepsmaquettes en zelfs een spinnewiel uit de 15e en 16e eeuw. Precies die periode, zegt Huts, dat de Vlamingen het wereldwijd op economisch gebied voor het zeggen hadden.

,,Wij waren de uitvinders van het kapitalisme”, verklaart Fernand Huts. ,,In Brugge hebben wij de beurs bedacht, het meest kapitalistische instituut ter wereld. In Antwerpen hebben we de scheepvaart, de cartografie en de boekdrukkunst op de kaart gezet. De Vlamingen hebben de markt voor kunst uitgevonden. We maakten schilderijen niet meer in opdracht, maar we produceerden ze aan de lopende band. We waren een centrum voor innovatie. Vlaanderen was in de middeleeuwen de avant-garde van de vernieuwing.” Dat diezelfde periode ook sprake was van een zware sociale strijd en politieke conflicten, wordt door Huts wat minder benadrukt.

Tentoonstelling in Gent over geld
‘De belastingontvangers’ (ca. 1520-1530), naar Marinus Van Reymerswaele

Voor de zelfreflectie van de Nederlanders is het verfrissend om te horen hoe de flamboyante ondernemer tegen onze Gouden Eeuw aankijkt. ,,De Hollanders zijn goede marketingmensen, die zeggen: kijk naar onze Gouden Eeuw! Ze kunnen daar fier op zijn, maar de Vlamingen hebben die Nederlandse Gouden Eeuw op poten gezet. Na de breuk van de Nederlanden in het katholieke Zuiden en het onafhankelijke en vrije Noorden pakten de slimmeriken hun boeltje en trokken naar het Noorden. Hun brains, koopmanschap, marktinzichten, handelsnetwerken, kapitaal, financiële technieken, kennis en technologie namen ze mee. Zo exporteerden ze het kapitalisme naar Amsterdam en de Hollandse en Zeeuwse steden.”

Als Nederlandse bezoeker wordt je tijdens de tentoonstelling in Gent dus bijna letterlijk ‘met de neus op de feiten gedrukt’. Op schilderijen is te zien hoe Vlaamse boeren ondernemers worden en hoe nieuwe schepen ontstaan, zoals een galei die rond Gibraltar kan varen. Prenten van de Brugse kunstschilder Jan van der Straet tonen nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen, zoals de uitvinding van het kompas. Een weefgetouw moet illustreren hoe het textiel vanuit de Zuidelijke Nederlanden de wereld veroverde. Op 16e eeuwse doeken zie je het bankwezen ontstaan, met portretten van geldwisselaars en -handelaren.

Tentoonstelling Gent - Heilige Ursula
‘Engelen dragen de doek van Veronica’ (ca. 1470-1500), van de Meester van de Legende van de Heilige Ursula

Ook de dood en religie komen aan bod. Gelovigen kunnen tijdens een stil moment op de expositie een gebedje doen bij het schilderij Engelen dragen het doek van Veronica, dat rond 1470-1500 is geschilderd door ‘Meester van de legende van de heilige Ursula’. Volgens een eeuwenoud verhaal vermindert een gebedje de kans dat je wordt verzwolgen door het vagevuur. ‘Voor God & Geld’ eindigt met de onvermijdelijke val van de Zuidelijke Nederlanden en de opstand van de noordelijke gewesten, geleid door de charismatische Willem van Oranje. Op de expositie hangt een portret van de ‘Vader des Vaderlands’ dat na zijn dood rond 1600 is geschilderd.

Het is – kortom – een vaderlandse ontdekkingsreis op de tentoonstelling ‘Voor ‘God & Geld’ in Gent, die te zien is tot 1 januari 2017. Adres: Caermersklooster, Lange Steenstraat (Patershol), Gent. Kaartjes kosten € 10. Ter gelegenheid van de expositie is ook indrukwekkend kunstboek verschenen over de economische geschiedenis van de middeleeuwen: Gouden Tijden – Rijkdom en status in de Middeleeuwen (te koop voor € 125).

De Belgische stad is met de trein makkelijk te bereiken. Vanuit Amsterdam ben je 2 uur en 15 minuten onderweg als je met de Thalys reist, waarbij je moet overstappen in Antwerpen. Kijk voor meer informatie op de website: www.voor-god-en-geld.be

Foto's © Voor God & Geld/The Phoebus Foundation; Wereldreizigersclub.
ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam

Over de auteur

Hi, mijn naam is Eric: gepassioneerd reisliefhebber, voormalig wereldreiziger, voormalig journalist, communicatiespecialist en oprichter van de Wereldreizigersclub. Nu 70+ landen bezocht, maar het mogen er altijd meer worden ;-) Ontdekken, schrijven, verhalen vertellen, ondernemen, leren en ontmoeten: dat is een beetje de rode draad in mijn leven. Altijd met humor en een flinke dosis nieuwsgierigheid!