Cuba Dagboek

VRIJDAG 3 FEBRUARI

Elsa is een van de rijkste Cubanen die ik tot nu toe ben tegengekomen. Haar huis heeft ontelbaar veel kamers, ik heb ze nog niet kunnen tellen. Achter verscheidene deuren ontdek ik telkens weer nieuwe kamers. Ze heeft zelfs een schoonmaakster, een zwarte uiteraard, terwijl zij gezien haar gelaatskleur van Spanjaarden afstamt. Haar huis is rijk gedecoreerd, met kasten vol glazen en porseleinen serviesgoed. Ze heeft een goed gevulde drankkast met flessen wijn en een flinke serie boeken, inclusief de Lonely Planet Cuba (achtergelaten door een van haar gasten – de gemiddelde boekhandel heeft minder boeken dan ik thuis heb staan). Ondanks het communisme bestaat er toch een verschil tussen arm en rijk, iets dat me in de andere casa’s ook al was opgevallen. Het stadje Camaguey ziet er aardig uit, met volgens de gemeente het grootste historische centrum van heel Cuba. De wirwar van straatjes én de smalste straat van Cuba die zo smal is dat ik ‘m niet heb kunnen ontdekken, zijn omringd door negen kerken. Zonder de jiñetera’s waan je je net in een Spaans stadje. Meer dan in andere steden word ik hier geplaagd door jiñetera’s, die door mijn Vlaamse reisgids liefkozend gezelschapsdames worden genoemd. In normaal Nederlands zijn het gewoon hoeren of prostituees, allemaal op zoek naar die peso’s die ik in mijn zak heb zitten of de ultieme droom: een vertrek naar het rijke buitenland. Sommigen die me benaderen zijn niet ouder dan 15 of 16 jaar, maar er zitten ook ouwe taarten tussen die met een hoop make-up op jonger proberen te lijken. De meeste vind ik ronduit afstotelijk, de armoede maakt ze er niet mooier op. Van een enkeling denk ik, tja…. Prostitutie is illegaal in Cuba, en je werkt jezelf enorm in de nesten als de politie erachter komt. In tegenstelling tot misschien vele andere mannen die alleen door Cuba reizen ben ik hier niet gekomen voor een potje goedkope seks, maar voor de muziek, de rijke geschiedenis, de cultuur en het laatste restje communisme dat in deze wereld nog aanwezig is. Het kostte me in Camaguey heel wat moeite de gezelschapsdames van me af te schudden, tot aan vervelends toe. Ik wilde ‘s avonds na een veel te heftig diner bij Elsa ontbuiken op een pleintje waar muziek werd gemaakt, maar ik werd constant in mijn zij gepord door een vrouw die niet van ophouden wilde weten. Een paar keer ‘no’ zeggen hielp niet, dus op een gegeven moment schreeuwde ik het in haar oor. Toen taaide ze eindelijk af. Normaal zou ik weglopen, maar ik wilde genieten van de muziek en me niet laten wegjagen door zo’n hoer. Het helpt af en toe door een toeristencafé binnen te vluchten waar zij niet worden toegelaten. Tegen betaling van drie peso’s – een godsvermogen voor jiñetera’s – trad ik binnen in het Casa de la Trava. Een paar oude grijze bebaarde opa’s speelden daar prachtige muziek die ooit bedacht is door de gevluchte slaven uit Haïti. De stemmen van die kerels gingen door merg en been – op een positieve manier uiteraard.

> Lees verder naar zaterdag 4 februari

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam