Ghana Reis Dagboek

DINSDAG 2 NOVEMBER

Iedereen inclusief Eve zat voor de buis toen ik beneden kwam na een onrustige nacht vanwege de U-bocht in mijn bed (ik lag met mijn kont onderin de U). Vandaag mogen de Amerikanen naar de stembus. Eve had eerder al via de post voor Kerry gestemd, vertelde ze. Ook een groep Nederlanders zat luidruchtig commentaar te geven op de beelden van CNN. Er zijn trouwens veel Nederlanders hier, Ghana is populair bij mijn landgenoten. Ik hoor over een paar dagen wel via de Wereldomroep wie er gewonnen heeft. Ik pakte mijn spullen om de reis te ondernemen naar de Fiema-Baobeng Monkey Sanctuary. Ik vermoedde dat ik daar de hele dag voor nodig had. Voor het eerst in Ghana zat ik in een tro-tro, een kruising tussen een taxi en een bus. Na wat gezoek perste ik me in een snikhete en aftandse minibus die nog lang niet leek te vertrekken. Mijn rugzak lag al die tijd in de achterbak met de achterklep wijd open. “Nice bag”, zei een dubieus uitziend type. ,,Yes, nice bag”, zei ik, terwijl ik naar mijn met stof en zand vervuilde rugzak keek. “You pay me five thousand”. Met tegenzin haalde ik een biljet van 5000 cedis uit m’n zak. Ik beschouwde het als een soort protection money, omdat ik vreesde dat hij en zijn maten er anders met mijn bagage vandoor zouden gaan. Na een paar uur kwam ik in Techiman aan, een saai handelsstadje dat op de kruising ligt van twee belangrijke doorgaande wegen. Op het rommelige busstation vond ik een shared taxi naar Nkoranza, en dat was vergeleken met de tro-tro nog redelijk comfortabel. Het lijkt wel dat hoe kleiner het plaatsje is, hoe groter de chaos op het busstation is. In Nkoranza kon ik niet eens op zoek gaan naar een taxi voor mijn eindbestemming. Van alle kanten kwamen hevig toeterende tro-tro’s op me af of ik kwam klem te zitten tussen een reeds geparkeerde tro-tro en een vrouw met een mand met yams op haar hoofd. Heel handig van het gemeentebestuur van Nkoranza om de plaatselijke markt op dezelfde plek te houden als het busstation. Er was geen doorkomen aan en ondertussen werd ik, al zwetend met mijn rugzak op, getrokken door jongetjes die iets van me wilden en werd ik nageroepen als ‘obruni’ of ‘white man’. Dat is een soort scheldwoord voor blanken, te vergelijken met het roepen van ‘neger’ naar iemand in Nederland. Ook al duidt het op de onderontwikkeldheid van sommige mensen hier, het blijft vrij irritant. Op hetzelfde moment dat ik er radeloos rondliep of klem zat, was er ook een verkiezingsbijeenkomst op het busstation, met een hoop getetter en veel, heel veel mensen. Gelukkig hielp een aardige Ghanees me uit de brand en begeleidde me naar een taxi. Niet veel later kwam ik via een hobbelige weg vol gaten aan in het apenreservaat. Het was niet eens zo laat, maar ik was te moe om nog iets te ondernemen in het rustieke dorpje.

Lees verder naar woensdag 3 november

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam