Dagboek van een wereldreis

Vrijdag 3 mei

Doordat ik geen reisgids heb, weet ik niet wat er te doen is in Nanning. Maar dat geeft niks. Het regelen van zaken neemt al bijna alle tijd in beslag. Op mijn plattegrond van Nanning, in het Chinees, probeerde ik uit te vinden waar een bank was waar ik travelers cheques kon wisselen. Tot vandaag dacht ik dat ik de enige buitenlander in China was, totdat ik twee Amerikanen op de fiets tegenkwam die in Nanning studeren. Zij vertelden me waar ik een bank kon vinden. Ik heb bij het postkantoor een poging gedaan een brief op te halen bij de poste restante. Maar daar hadden ze bij het postkantoor nog nooit van gehoord, en het staat nota bene wel in mijn Chinese Phrasebook! Na een half uur heb ik het opgegeven, mede omdat er zich ondertussen 80 Chinezen om me heen hadden verzameld. Naar het treinstation om een kaartje te kopen voor Guangzhou voor morgen. Op een kaart heb ik de Chinese karakters van Guangzhou opgezocht, en ben voor het loket gaan staan met die karakters erboven. Door het wijzen naar bepaalde termen in mijn Chinese Phrasebook, zoals “morgen”, “zacht bed” en “eerste klas”, is het me uiteindelijk gelukt een kaartje te bemachtigen. Het enige wat ik nog moet uitvinden is hoe laat deze trein vertrekt, wel handig om te weten. In mijn hotel is een meisje die drie woorden Engels spreekt, en die heeft het me met behulp van gebaren verteld. Geduld is een schone zaak bij het reizen in China. Ik heb al gemerkt dat je niet teveel hooi op je vork moet nemen.

Verder lezen naar zaterdag 4 mei.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam