Dagboek van een wereldreis

Woensdag 12 juni

David is een échte kunstenaar. Hij woont op de bovenste verdieping van een bijna vervallen huis in een wijk met de meeste gangs en moorden per duizend inwoners, maar wel dichtbij downtown Chicago. In zijn huis is het een gigantische bende, half afgemaakte schilderijen en verfresten zijn overal te vinden. Het kan mij niet zoveel schelen. Ik vind het wel grappig en ben al lang blij niet meer tussen die onvolgroeide wezentjes van een paar dagen geleden te hoeven verkeren. David heeft me een sleutel van zijn huis gegeven, dus ik kan grotendeels mijn eigen gang gaan. Ik ben naar de Mercantile Exchange geweest (“world’s largest trading place”), wat ongeveer hetzelfde was als de Chicago Board of Trade. Alleen deden de handelaren me meer denken aan die dronken en brullende koorballen van de Erasmus Universiteit. Daarna naar het Field Museum, met een interessante tentoonstelling over grote harige spinnen. ‘s Avonds nam David me mee naar een van Chicago’s bekendste bluesbars, genaamd B.L.U.E.S. Ik ontmoette daar wat van zijn vrienden en vrienden van die vrienden. Twee jongens en drie meisjes. Behalve een jongen die een jaar in Utrecht heeft gestudeerd, vonden ze mij maar een curiositeit. Een Nederlander in Chicago. Waar ligt Nederland eigenlijk?

Verder lezen naar donderdag 13 juni.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam