Dagboek van een wereldreis

Zaterdag 30 maart (dag 147)

Ik heb het gevoel dat ik aan een heus avontuur ga beginnen. Op weg naar Laos, een van de minst ontwikkelde, door toeristen bezochte en dus bekende landen dat ik tijdens mijn wereldreis bezoek. Ik moet bekennen dat de adrenaline best wel begint te stijgen, temeer ik sinds het verlaten van Bangkok nog geen andere westerse reizigers ben tegengekomen. Hoewel ik het ook vandaag op weg naar Nong Khai nog steeds op Amerika vind lijken. Brede highways met daarlangs alleen maar benzinestations, autodealers, supermarkten die 24 uur per dag open lijken (er hangen borden met rare tekens en het getal 24) en vele, vele reclameborden.

In Nong Khai aangekomen ben ik anderhalf uur bezig geweest om een hotel te zoeken. Zoals gewoonlijk werd ik uit de bus in the middle of nowhere gedropt en niet op het busstation. Navraag leerde mij dat Meetchai Road, de straat met alle hotels, slechts een paar straten verder was. Nadat ik het aan 32 mensen had gevraagd, op zoek naar iemand die wél Engels sprak, belandde ik op Meetchai Road, maar op mijn “Meetchai Road” was geen hotel te bekennen.

Uitgeput en bezweet liep ik een willekeurig huis in, waar ik met veel geduld, pen en papier probeerde uit te leggen dat ik op zoek was naar de echte “Meetchai Road”. Ik moest een paar kilometer teruglopen naar de plek waar ik vandaan gekomen was. En ja hoor, daar lag mijn hotel, slechts enkele meters verwijderd van de plaats waar ik uit de bus werd gezet, in de jungle aan de Mekong-rivier. En wat schetst mijn verbazing, het was er vól met toeristen.

► Verder lezen naar zondag 31 maart.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam