Dagboek van een wereldreis

Donderdag 7 maart (dag 124)

De anderen in mijn lodge gingen allemaal om vijf uur opstaan om de zonsopgang niet te missen, maar ik was te moe en ik vond het te koud om zo vroeg op te staan. Ik heb tijdens mijn wereldreis meer zonsopgangen en zonsondergangen gezien dan in mijn hele leven daarvoor, dus zo nodig hoefde ik nou ook weer niet. De zon was elke keer hetzelfde.

Ik heb lekker een paar uur verder gedroomd (ik heb eigenaardige dromen sinds ik ben begonnen met deze trektocht – ik zal er niet over uitweiden aangezien misschien iemand dit dagboek onder ogen krijgt). Een behoorlijke afdaling vandaag, van 3500 tot 1100 meter. Ruim twee kilometer! Het was een zware tocht. Het pad was moeilijk begaanbaar door de vele rotsblokken die erop waren gevallen. Wat het nog eens erger maakte, was dat het ging stortregenen waardoor de stenen spekglad werden en ik meerdere keren een onbedoelde poging deed om uit te glijden.

Helemaal doorweekt en uitgeput van het naar de grond kijken kwam ik aan bij m’n lodge in Tatopani, een redelijk groot dorp met winkels, postkantoor, politiebureau, ziekenhuisje en zelfs een boekenwinkel. Die boeken moeten wel allemaal over glibberige bergpaadjes daar naartoe worden gesjouwd. Het bleef regenen, dus veel droger werd ik niet de rest van de dag. De lodge had helaas geen kachel om mijn kleren bij te drogen. Voordat ik met al mijn kleren aan in m’n klamme slaapzak kroop geamuseerd geconverseerd met een Israëlier die Nederlands sprak (Josh).

► Verder lezen naar vrijdag 8 maart.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam