Dagboek van een wereldreis

Dinsdag 16 april

Ik heb geen enkel museum bezocht, geen enkele tempel gezien, bijna geen enkele foto gemaakt, maar op en langs het strand gezeten met een goed boek, mijn zweet af en toe wegspoelend met zeewater. Al zag het strand er niet echt schoon uit. Er lag allerlei aangespoelde troep en ik zag tussen het zeewier zelfs een dode hond en een dode kat. Iedere keer als ik in het water iets langs mijn benen voelde, dacht ik dat het een één of ander half verrot kadaver was, of misschien wel een deel van een lijk. Ik heb geen idee wat zich allemaal in de Zuid-Chinese Zee afspeelt. Het was bloedheet vandaag, dus de afkoeling was noodzakelijk. Ik heb eindelijk weer een nieuw boek sinds ik mijn vorige aan de Nationale Bibliotheek van Laos heb gedoneerd. Gekocht van de Australiër, oh, sorry, Engelsman, die ik in Hoi An ontmoette. Ik wil wel weer meer gaan lezen (als ik daar de rust voor kan opbrengen), van artikelen schrijven zal het voorlopig niet komen. Toen ik naar Nederland belde kreeg ik te horen dat ik niet zoveel geld meer op mijn girorekening heb staan, maar ik kan op dit moment absoluut niet de inspiratie vinden om fantastische stukken te schrijven. Dan reis ik maar wat korter. ‘s Avonds met de Australische, Liby, en de Fransman, Frederik, gebarbecued in een restaurant. Door het vele zwemmen de laatste dagen zitten mijn oren vol water, en Frederik praat nogal zacht, dus het was vooral ja knikken op de maat van zijn lipbewegingen.

Verder lezen naar woensdag 17 april.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam