Dagboek van een wereldreis

Zaterdag 20 april

Na tijdens mijn eerste dagen in Vietnam verknocht te zijn geraakt aan het weinige verkeer, de frisse zeelucht en de (meestal) vriendelijke mensen, kan ik niet meer wennen aan de drukte van Saigon. Of liever gezegd: ik wil er eigenlijk niet aan wennen. Dit is voor mij de reden Saigon al weer te verlaten en richting de Mekong-delta te trekken. Als ik later weer terug ga naar het noorden kom ik weer terug in Saigon, dus dan kan ik inhalen wat ik heb gemist. Ik wilde de boot nemen naar Mytho, maar om de een of andere duistere reden voer die niet. Toen maar een publieke bus genomen, en tot mijn verbazing werd ik niet eens gigantisch afgezet en kon ik zelfs mijn benen kwijt. Na anderhalf uur kwam ik in Mytho aan, waar ik gedwongen werd in een duur hotel te verblijven (zeven dollar per nacht). Alle hotels in Mytho zijn in handen van de lokale, naar geld beluste, communistische machthebbers, en die bepalen dat buitenlanders niet in de goedkope hotels mogen slapen. Volgens mij zitten hier behalve de hotels ook de restaurants, winkels en boottriporganisaties onder het juk van deze conservatieve mannetjes, want overal in Mytho word je als buitenlander gediscrimineerd door meer geld op tafel te moeten leggen. Ik ben tot nu toe tamelijk enthousiast over Vietnam, maar ik word een beetje gestoord van de overdreven, buitenproportionele, afzetterige, discriminerende lust naar stinkend geld van vele Vietnamesen.

Verder lezen naar zondag 21 april.