Dagboek van een wereldreis

Zondag 28 april

Met de Nieuw-Zeelander (ik ben zijn naam al weer vergeten – Bob geloof ik) op de fiets naar het mausoleum van Ho Chi Minh, de stichter van het huidige Vietnam. Ondanks dat het zondag was, was het net zo druk als anders. Het was weer behoorlijk behendig manoeuvreren tussen het vele verkeer dat hier in Hanoi helaas niet minder levensbedreigend is als in Saigon. Het mausoleum was om niet gemist te worden, met een ontzettend hoge mate van fanfare en officiële plechtigheden om het lijk van Ho Chi Minh te bekijken. We moesten zij aan zij lopen, er mocht niet worden gekucht, handen mochten niet in de broekzak en je mocht niet stilstaan om Ho Chi Minh van dichtbij te bekijken. Sommige sceptische toeristen denken dat er een wassen beeld in die glazen box ligt in plaats van Ho Chi Minh zelf. Zou kunnen, de waarheid zullen we nooit te weten komen. Ook naar het Ho Chi Minh-museum, naast het mausoleum gelegen. Het was natuurlijk een eenzijdige, subjectieve propagandatentoonstelling waar Uncle Ho bovengoddelijk werd vereerd. Het had soms meer weg van een kunstmuseum. Voor de rest is er eigenlijk niet zoveel te zien in Hanoi. Tijdens het rondfietsen probeerde ik Bob (netjes) van me af te schudden, maar dat is niet gelukt. Hij bleef met me meekomen. Ik wilde even alleen zijn.

Verder lezen naar maandag 29 april.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam