Ghana Reis Dagboek

MAANDAG 15 NOVEMBER

Het was nog steeds feest omdat de ramadan ten einde is en dat werd flink gevierd in mijn hotel. Honderden zwarte Ghanezen kwamen naar het Coco Beach Hotel om te zwemmen, te kletsen, een beetje rond te hangen en te dansen op de live muziek die was ingehuurd. Het was de rijke bovenlaag, want de meesten kwamen per auto en je moet ook entree betalen voor het zwembad. Even verderop, op het strand, zag het letterlijk zwart van de mensen die een dagje naar de zee gingen. Ik schat dat er duizenden Ghanezen opeengepakt met hun benen in het water stonden. Slechts een enkeling durfde of kon zwemmen en dook de golven in. Bij de meesten bleef het strandplezier beperkt tot pootje baden. Men krijgt hier niet verplicht zwemles op school, waardoor de meeste Ghanezen niet kunnen zwemmen. Ik begreep niet helemaal waarom ze met z’n allen op een kluitje stonden, hele stukken zee waren onbemensd. Het was vandaag ook een nationale feestdag, merkte ik toen ik in een taxi zat op weg naar het centrum. Nationale feestdagen worden in Ghana op het laatste moment of op de dag zelf aangekondigd, waardoor grofweg de helft van alle winkels, banken, etc. gesloten is en de andere helft niet omdat die er geen weet van hebben. In Tamale werd net National Farmers Day uitgeroepen toen ik er was, maar ik kon gewoon geld wisselen. Het ‘National Cultural Centre’ was open toen ik er arriveerde, maar ik wilde er eigenlijk zo snel mogelijk weer weg. Het is de grootste handicraft market van Ghana, wiens handelaren zich als teken aan een blanke vastbijten als die het waagt om binnen te komen. Van alle kanten wordt er naar je toe geschreeuwd “Hey Mister”, “White man” of “Come here”. Soms voelde ik iemand aan m’n arm trekken, die ik vervolgens snel terugtrok met de waarschuwing “Fuck off!!”. Rustig rondkijken in de ruim honderd stalletjes met Ghanese souvenirs was er niet bij. De beste remedie is strak naar de grond kijken en met een schuin oog naar de stalletjes, om te zien of iemand zich wél terughoudend opstelt. Dáár wil ik dan wel een kijkje nemen en mijn geld uitgeven aan wat Ghanese herinneringen. Dat deze methode niet werkt, voelden de verkopers uiteindelijk in hun portemonnee. Vrijwel met lege handen verliet ik het nationaal kunstcentrum. Toevallig lag dat naast het Nkrumah Memorial, het mausoleum van de oprichter en eerste president van Ghana. Ik kocht een kaartje en werd na binnenkomst belaagd door kinderen die aan mijn T-shirt trokken en geld eisten. Nu had ik er genoeg van. ”FUCK OFF!”, riep ik, gevolgd door een dodelijke blik waar die klotekinderen stil van werden. Bij een mausoleum verwacht je respect, soberheid en bezinning. Toen een jongen in het ernaast gelegen museum wapperend met pen en papier naar me toe kwam en zei dat hij ‘friends’ wilde worden, wist ik niet hoe snel ik het centrum van Accra moest ontvluchten en terug moest keren naar het Coco Beach Hotel.

Lees verder naar dinsdag 16 november

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam