Dagboek van een wereldreis

Donderdag 2 mei

Het duizelt me allemaal een beetje. Het leven in China is zó anders dan ik me ooit had voorgesteld. Het zal, denk ik, een lange tijd duren voordat ik een beetje geacclimatiseerd ben aan dit enorm grote land met meer dan een miljard mensen. Pingxiang vind ik het meeste lijken op een buitenwijk van Moskou, met hoge betonnen flats en kantoorgebouwen met daaronder de staatswinkels. Ik nam een riksja naar het busstation om een bus naar Nanning te nemen. Ik heb de Chinese karakters van Nanning uit mijn hoofd geleerd om te voorkomen dat ik bijvoorbeeld in de bus naar Peking stap. De busrit was een ongekende luxe: comfortabele ligstoelen en helemaal niet volgepropt met Chinezen! Het eindpunt van de bus was Nanning, dus dat kon niet misgaan (stel je eens voor dat ik in een totaal verkeerde plaats uitstap – met de onkunde van mij om Chinees te lezen en met de onkunde van de Chinezen om Engels te verstaan ben je dan bijna reddeloos verloren!). In Nanning op zoek naar een hotel. Uiteindelijk heb ik een goedkope kamer gevonden in een betonnen toren van twintig verdiepingen hoog. In Nanning mis ik ook het beeld dat ik van China had. Het doet me meer denken aan Japan of zoiets. Overal moderne, hoge gebouwen met spiegelend glas, rijkelijk gesorteerde grote winkels, brede straten met veel verkeer en verschrikkelijk veel oogverblindende neonreclame.

Verder lezen naar vrijdag 3 mei.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam