Dagboek van een wereldreis

Donderdag 25 april

Maar liefst tachtig dollar heb ik moeten neerleggen om twee dagen op een houten plank door te brengen. Ik zit nu in de trein naar Hanoi, die er volgens het spoorboekje (dat hier in Vietnam uit één velletje papier bestaat) 44 uur over doet. Ik heb voor deze langste treinreis ooit een upper hard bed gereserveerd, en hard betekent dan ook echt kei- en keihard, zonder matrasje of kussen. Ik ben ondertussen al wat gewend, dus dat overleef ik wel. Wat alleen vervelender is dat de houten planken in het compartiment niet opklapbaar zijn, waardoor ik ben gedwongen deze twee dagen liggend door te brengen. Ik had me er al op verheugd lekker een spannend boek te lezen en weg te dromen terwijl je het Vietnamese landschap voorbij ziet schieten, maar dat gaat dus niet door. Hoe vermaak je je dan al die tijd? Welnu, behalve enkele wandelingen naar het toilet is het vooral slapen en eten dat het ritme van de dag vormt (net zoals bij een huisdier). Er is geen andere keus. Vooral veel slapen, en ik heb alle standjes al uitgeprobeerd om zo gerieflijk mogelijk op mijn plank te liggen. Drie keer per dag krijg je een maaltijd, dat houd je ook even bezig. Het kost vooral tijd om uit te vinden welke atletische houding je het beste kan aannemen om het eten te verorberen.

Verder lezen naar vrijdag 26 april.

ReizenReizen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Protected by WP Anti Spam